Gisteren en vandaag

Ik bespeur een ongewoon ongeduld in mezelf terwijl ik naar de winkel ga. Ik weet niet waar het vandaan komt, misschien omdat ik slecht geslapen heb door de warmte, misschien omdat de beelden van gisteren nog door mijn hoofd spoken. Gisteren kwamen ze thuis, onze mensen uit de Oekraïne, ontvangen met veel eerbetoon en respect, door koning, koningin, veel hoogwaardigheidsbekleders uit binnen en buitenland, militairen en last but not least, hun nabestaanden. Een koningin met tranen in de ogen, maar wie zou niet huilen bij het zien van zoveel leed. Dan vroeg in de avond de lange stoet van auto’s richting Hilversum, een indrukwekkend schouwspel, gevolgd door miljoenen mensen, thuis bij de buis of  langs de route, om een laatste groet te brengen aan hen die omgekomen zijn. Het is gek hoe sommige, voor anderen misschien onbeduidende, dingen in je gedachten haken. Een vrouw  die uithuilt op de schouder van minister Timmermans, die het er zelf zo te zien ook moeilijk mee heeft. Minister Plasschaert, die hem later, even over de rug wrijft en een schouderklopje geeft, een gebaar van troost. Dan denk je ineens, het zijn ook maar mensen, al verliezen we dat wel eens uit het oog, als het politiek gezien allemaal niet zo voor de wind gaat. Honderden automobilisten en vrachtwagenchauffeurs die spontaan stil gaan staan als ze de stoet aan de andere kant van de weg aan zien komen en wachten tot alle wagens gepasseerd zijn. De ontzetting op gezichten van mensen als de wagens passeren, zoveel, zo’n lange stoet, alsof de omvang van wat gebeurt is, nu pas tot hen doordringt, volwassen mannen die huilen. Dat was gisteren.

Vandaag bespeur ik een schier onbedwingbaar ongeduld in mezelf, kwaad op weer iemand, die denkt dat de stoep een parkeerplaats is, waardoor ik weer terug moet om een andere route te nemen, het liefst zou ik mijn goed fatsoen in de vuilnisbak deponeren en gewoon door rammen, kras op je auto, jammer man, moet je daar maar niet gaan staan. Dan staat tot overmaat tot ramp ook nog eens een vrachtwagen op de oversteekplaats bij de winkels, dwars voor de afgang, wat mij dwingt om met een bons van de stoep af te gaan. Goed voor mijn rug, denk ik chagrijnig. Bij thuiskomst wordt alles ineens anders, ik ga de tuin in en zie 2 kleine vogels over het grasveld scharrelen, op zoek naar een vette worm, ik kom voorzichtig dichterbij, ze hippen een klein eindje bij me vandaan, maar vliegen niet weg, langzaam kom ik nog iets nader, maar dat vertrouwen de 2 niet helemaal en snel verstoppen ze zich onder de struiken, als ik richting keukendeur loop om weer naar binnen te gaan, zie ik ze weer tevoorschijn komen. Ze maken de dag wat lichter en het slechte humeur is verdwenen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *